Let op: wij trainen geen manwerk.
I.G.P. staat voor Internationale Gebruikshonden PrüfungsOrdnung.
Voor het IGP programma zal de hond beoordeeld worden op zijn kwaliteiten op het gebied van speuren, appél en manwerk. Afhankelijk van het niveau zal er meer verwacht worden van de hond. De hond moet in het bezit zijn van het VZH diploma om deel te mogen nemen aan een IGP examen.
IGP-VO bestaat net als IPO 1,2 en 3 uit 3 onderdelen.
Dit examen kan worden gebruikt: als tussenstap voor het IPO-1-examen
IGP-VO Afdeling “A”
Spoor gelegd door de HG, ca. 200 passen, 2 rechte benen, 1 hoek (ca. 90 graden), twee eigen voorwerpen, zonder wachttijd uit te werken, uitwerkingstijd 10 minuten.
IGP-VO Afdeling “B”
Oefening 1: lijnvolgen
Oefening 2: vrij volgen
Oefening 3: afliggen in combinatie met voorroepen
Oefening 4: apporteren
Oefening 5: sprong over een hindernis
Oefening 6: afliggen met afleiding
IGP-VO Afdeling “C”
Oefening 1: stellen en aanblaffen
Oefening 2: verhinderen van een vluchtpoging van de pakwerker
Oefening 3: overval op de HG en zijn hond
Oefening 4: transport naar de keurmeester
IGP deelcertificaten
Sinds 2008 is het mogelijk een IGP deelcertificaat te behalen. U doet dan geen examen in alle
drie de IGP onderdelen, maar een of twee. De mogelijkheden die Kringgroep Midden Nederland biedt zijn: deelcertificaat A, B, A/B en een combinatie B/C. Om in het bezit te komen van een IGP 1, 2 of 3 diploma moeten echter alle drie de onderdelen geëxamineerd worden op dezelfde dag.
Het volledige programma ziet er als volgt uit:
Afdeling (A) Speuren
Bij het speuren gaat het er om dat de hond een door de baas (IGP-I) of door een vreemde (IGP II en III)
uitgelopen spoor, weet te volgen en de voorwerpen die daarop zijn “verloren” weet terug te vinden. Nadat het spoor is uitgelopen mag de hond gaan “zoeken”.
De lengte van het spoor en de tijd tussen het “leggen” en het “uitwerken” van het spoor, zijn afhankelijk van het niveau. De hond dient zelfstandig te werken waarbij hij circa tien meter voor zijn geleider loopt. Bij de beginnende hond loopt de geleider nog dicht achter de hond, om dit beter te kunnen steunen, stimuleren en corrigeren. Soms wordt in de opbouwfase gewerkt met voer op het spoor. Als de hond een voorwerp vindt dat behoort aan degene die het spoor heeft gelegd, dient hij dit voorwerp te “verwijzen”. De hond kan bij het voorwerp gaan liggen, zitten, staan maar mag het ook apporteren.
De IGP sporen zien er als volgt uit:
IGP 1: 300 passen, 2 voorwerpen, spoor ligt 20 min. na uitlopen, eigenaar loopt het spoor zelf uit.
IGP 2: 400 passen, 2 voorwerpen, spoor ligt 30 min. na uitlopen, iemand anders loopt het spoor uit.
IGP 3: 600 passen, 3 voorwerpen, spoor ligt 60 min. na uitlopen, iemand anders loopt het spoor uit.
Afdeling (B) Appél
IGP I: |
IGP II: |
IGP III: |
Afdeling (C) Manwerk
Bij het manwerk wordt de hond getest op belastbaarheid, drift en moed. De verschillende oefeningen worden uitgevoerd met een pakwerker. Het is hierbij essentieel dat de hond goed gehoorzaam is.
Er wordt vaak gedacht dat afgerichte honden in afdeling C gevaarlijk zijn. Het is voor de honden echter een spel waarbij zij samen met de baas een buit (de mouw) veroveren. Er is hen geleerd uitsluitend te bijten in de bijtmouw. Zodra er geen bijtmouw is kan de pakwerker zelfs een potje stoeien met de hond. De mouw is een speeltje dat net als een bal gewonnen kan worden, wanneer de hond het door ons gewenste gedrag laat zien.
Het IGP programma voor onderdeel C ziet er als volgt uit:
IGP I: -Revieren naar de pakwerker (2 verstekken) |
IGP II: – Revieren na de pakwerker (4 verstekken) |
IGP III: – Revieren na de pakwerker (6 verstekken) |
De voorwaarden om deel te mogen nemen aan een examen staan hier.